Regio: Amersfoort – Apeldoorn,
Nijkerk, Harderwijk – Barneveld
Het doen van een opstelling is een vorm van begeleiding die in West-Europa geherintroduceerd werd door de Duitser Bert Hellinger. Hij kwam als West-Europeaan in aanraking met deze werkwijze toen hij werkzaam was als missionaris in Zuid-Afrika. De werkwijze van Hellinger is de werkwijze van het zogenaamd systemisch werken. Hoewel systemisch werken breder is dan puur en uitsluitend Familieopstellingen, is deze laatste benaming wel het meest populair.
“When I lived in South Africa,
someone told me what the longest road in Africa is.
It’s not the road from Caïro to Capetown,
it’s the way from your head to your heart,
and from there to the here and now.”
– B. Hellinger
Systemisch werken beziet een omgeving, de context van een individu waar hij of zij deel van uitmaakt.
De voornaamste bezieler van dit gedachtengoed is Iván Böszörményi-Nagy.
Nagy beschouwt de relatie van de mens met anderen als een relatie over verschillende generaties, die lasten en mogelijkheden aan elkaar overgeven. Hij spreekt vaak over de balans van geven en nemen.
Daarnaast kent het systemisch werken nog een aantal ‘wetmatigheden’.
Bert Hellinger heeft het systemisch werken bekend gemaakt met de naam “familie-opstelling”, maar er zijn inmiddels ook afgeleide vormen herkenbaar. Zo werkt Prof. Franz Ruppert ook met opstellingen, maar dit zijn geen “familieopstellingen”.
Daarnaast bestaan er ook “organisatieopstellingen”.
Middels een opstelling worden niet direct zichtbare relaties tussen systeem-elementen (wat familieleden kunnen zijn, maar ook andere betrokken mensen of fenomenen kunnen zijn) en de eventuele knelpunten daartussen herkenbaar gemaakt.
Een opstelling is een sessie waarbij een deelnemer een vraagstuk inbrengt waar hij of zij helderheid over wil krijgen. Voor de belangrijke elementen in dat vraagstuk, worden andere deelnemers uitgekozen als ‘representant’. Representanten krijgen door de vraagsteller een plaats in het vertrek ten opzichte van de andere deelnemers. Zij zijn niet geïnformeerd over de situatie, zij gaan af op hun intuïtie en gevoelens. Deze blijken om onbekende reden juist te zijn.
Waar eerder middels psychodramatiek hele protocollen van tevoren werden uitgeschreven en ingestudeerd door de representanten, bleek dat niet nodig te zijn: representanten brengen intuïtief over waar het in essentie om gaat. Niemand weet precies waar dat “weten” door gevoed wordt.
Zo ontstaat er een tableau-vivant dat achterliggende aspecten van het vraagstuk laat zien, door de opgestelde mensen te ondervragen over hun gevoelens en attitudes ten opzichte van elkaar en de situatie. Onbewust aanwezige verstrikkingen die hebben geleid tot stagnatie in het huidige leven van de deelnemer komen door een opstelling aan het licht. Vaak hebben die verstrikkingen te maken met onverwerkte emoties, gevoelens of situaties als gevolg van nare gebeurtenissen.
Die onverwerkte gevoelens kunnen de vraagsteller of organisatie onbewust en onbedoeld belasten waardoor een onbalans ontstaat.
Aan de hand van eenvoudige instructies van de begeleider, brengen de representanten beweging in de stagnatie en kan er rust komen tussen de personen die de representanten vertegenwoordigen.
Daarmee ontstaat er zicht op een manier om de stagnatie weg te gaan nemen, een oplossing.