Regio: Amersfoort – Apeldoorn,
Nijkerk, Harderwijk – Barneveld
“Ik red me wel.”
“Laat maar, ik los het zelf op.”
“Ik wil niemand tot last zijn.”
Voor de buitenwereld lijk je sterk, zelfstandig en betrouwbaar.
Je doet wat er moet gebeuren, bent loyaal en neemt verantwoordelijkheid.
Je bent een rots in de branding — voor collega’s, je partner, je gezin.
En toch…
Onder die kracht leeft soms een diep verlangen: om het niet allemaal alleen te hoeven doen.
Maar dat uitspreken? Dat voelt kwetsbaar.
Of zelfs gevaarlijk.
Veel mensen die zich als kind niet veilig of emotioneel gedragen voelden, hebben geleerd om zichzelf te beschermen door niet meer afhankelijk te zijn. Ze bouwden onbewust een overtuiging op als:
“Ik moet sterk zijn, anders raak ik iemand kwijt.”
“Als ik het zelf doe, kan ik niemand teleurstellen.”
“Afhankelijkheid maakt me zwak of kwetsbaar.”
Wat aan de buitenkant krachtig oogt — autonomie, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen — is vanbinnen vaak opgebouwd uit angst. Angst voor afwijzing. Voor beschaming. Voor het niet krijgen wat je nodig hebt.
De kracht waarmee je leeft, zit vaak in je hoofd en je handelen. Je doet. Je regelt. Je denkt vooruit. Je zorgt.
Maar je lijf is gespannen.
Je adem zit hoog.
Je gevoelens blijven vaag of onderdrukt.
En écht diepe verbinding met een ander voelt ongemakkelijk — of onveilig.
Je kunt anderen perfect aanvoelen, maar je eigen binnenwereld blijft moeilijk toegankelijk.
Geven gaat je veel makkelijker af dan dat je ontvangt.
Je zegt “ik ben er voor jou”, maar vindt het doodeng om zelf ergens in opgevangen te worden.
Je kracht is niet fout. Ze is gevormd.
Ontstaan op momenten waarop er niemand was die je troostte, je zag, of je emoties serieus nam.
En dus leerde je:
gevoelens te verbergen
je verlangens verpakken
werkelijke behoeften niet meer voelen
Je werd ‘de redder’, ‘de helper’, ‘de plichtsgetrouwe’, ‘de zelfstandige’.
Maar ondertussen ben je misschien moe.
Moe van het dragen. Moe van het doorgaan. Moe van het nooit leunen.
Dan is de kans groot dat je kracht ooit bescherming was — en nu misschien een pantser is geworden.
De uitnodiging is niet: geef je kracht op.
De uitnodiging is: maak er ruimte in.
Zodat je niet langer hoeft te bewijzen dat je sterk bent.
Maar dat je mag zijn wie je bent — inclusief je behoefte aan steun, aan rust, aan gevoeld worden.
Dat is geen zwakte. Dat is volwassen worden.
Niet ondanks, maar dankzij wat je vroeger moest dragen.
Misschien voel je: ik ben toe aan een andere vorm van kracht.
Eentje waarin ik mezelf niet steeds hoef te beschermen.
Eentje waarin ik mezelf toesta om te ontvangen.
Om te zakken. Om te ademen.